Zienswijze ontwerpbesluit Projectplan Binnenveldse Hooilanden (mei 2018)
1. Zienswijze.
De beide Weidevogelwerkgroepen in het Binnenveld (WBO en WBW –werkgroep IVN Veenendaal-Rhenen) hebben bij het Waterschap Vallei en Veluwe op 26 mei 2018 formeel hun zienswijze kenbaar gemaakt op het ontwerpbesluit Projectplan Binnenveldse Hooilanden Wageningen. Beide groepen zijn van mening dat het voorliggende projectplan een prachtig natuurplan is. Tegelijk merken we op dat met de bestaande waarden van de weidevogelpopulatie te weinig rekening wordt gehouden. In de af te graven inundatiegebieden, met name waar trilvenen worden ontwikkeld, verdwijnt de habitat van rode lijst soorten zoals van de grutto, tureluur en wulp. Paragraaf 1.4 van het Projectplan gaat over voorzieningen die worden getroffen om nadelige gevolgen van het plan ongedaan te maken of te beperken. Hier wordt de achteruitgang van weidevogelbiotoop niet genoemd, laat staan dat er wordt genoemd hoe dit wordt ongedaan gemaakt of beperkt. Wij, en vele bewoners met ons in het gebied en de kernen rond het binnenveld, vinden het verdwijnen van het weidevogelhabitat in een groot deel van het gebied een onacceptabel groot verlies. Dit verlies betreft zowel de biodiversiteit als de belevingswaarde.
2. Eerdere activiteiten t.a.v. weidevogels in het Binnenveld.
a. Activiteiten t.a.v. Projectplan Binnenveldse Hooilanden
Zowel bij onze zienswijze op het Schetsontwerp (maart 2016) als bij onze reactie op de Natuurtoets (november 2017) hebben wij eerder gepleit voor een iets ander natuurontwikkelingsplan van de Binnenveldse Hooilanden. Wij pleiten voor meer inrichting- en beheermaatregelen ten behoeve van de bestaande populaties weidevogels dan tot nu toe wordt voorgesteld. Deze populaties zijn omvangrijk (zie bijlagen). Wij delen uw opmerking in paragraaf 4.2.12 dat een goede weidevogelbiotoop bestaat uit kruidenrijke vochtige hooilanden. Dan is er op haalbare loopafstand voor de kuikens voedsel en dekking. Hiervoor is beweiding met runderen en een plasdrasgebied met wat dekking en hooilanden die laat gemaaid worden belangrijk. We zien echter in plannen voor inrichting en beheer nergens maatregelen terug dat dit ook zo gaat gebeuren.
Wij zien wel dat door de ingrepen in het gebied de bestaande biotopen voor weidevogels worden vernietigd. Naast schriftelijk ingediende stukken hebben we dit ook aan diverse betrokken mensen mondeling medegedeeld.
b. Activiteiten t.a.v. kavelruil en agrariërs
Vanaf 2016 zijn beide werkgroepen diverse activiteiten gestart voor het behoud en of versterken van de weidevogelpopulaties in het Binnenveld. Onze film: “Weidevogels in het Binnenveld” geeft de waarden van het Binnenveld voor weidevogels goed weer. Beide weidevogelwerkgroepen (en ANV) hebben via de Pleitnota (december 2017) de wens kenbaar gemaakt om te komen tot een integraal Weidevogelbeheerplan Binnenveld. Uit recente gesprekken met de provincies Utrecht en Gelderland is naar voren gekomen, dat beide provincies de bereidheid hebben om geld te reserveren voor een dergelijk breed gedragen beheerplan. Vanuit de agrarische kant is de eerste stap gezet door het oprichten van de Werkgroep Weidevogelbeheer Binnenveld. Daarin participeren LTO, ANV, de beide collectieven en de weidevogelwerkgroepen. Dit jaar zijn voor het eerst een 10 tal beheersovereenkomsten (weidevogelpakketten) gesloten t.b.v. de weidevogels. In de Natuurplannen 2019 zijn door beide provincies meer mogelijkheden opengesteld voor beheerpakketten.
Een breder gedragen Weidevogelbeheerplan Binnenveld, ook ondersteund door de terreinbeheerders van de Binnenveldse Hooilanden is wenselijk.
3. Visie.
Wij stellen voor om meer inspanningen/beheer te laten verrichten door boeren en meer natuurontwikkelingen t.b.v. de weidevogels op te nemen. Analoog aan de droombeelden (zienswijzen) in het schetsontwerp hebben ook wij onze visie verwoord in een visiedocument. Deze luidt:
Wij zien voor ons in het Binnenveld een natuurkern met daarin en er omheen gronden die ingericht en beheerd worden volgens de criteria voor duurzaam weidevogelbeheer. Het gaat om natuurlijke overgangen tussen harde natuur en harde landbouw. Het gaat om een mix van plas/dras, agrarische grond met kruidenrijk grasland en akkers met braakstroken, natuurgrond met botanische kruidenrijke vochtige hooilanden en natte stukken met riet en rietgras, etc. Een palet van natuurlijk beheer, half natuurlijk beheer en agrarische beheer met weidevogelpakketten. Hiervoor is een integrale gebiedsbenadering nodig voor het hele Binnenveld in overleg met alle partijen, de boeren van ANV Het Binnenveld en van beide LTO afdelingen, SBB-Utrecht en SBB-Gelderland, Landschap Erfgoed Utrecht en Stichting Landsbeheer Gelderland, het Waterschap en de 3 “projectgroepen” van het project Binnenveldse Hooilanden, alsmede met de 4 WERV-gemeenten en de Wildbeheereenheid (WBE). Kortom: ”Meer kansen voor de weidevogels creëren, meer focus op het gebied als weidevogelgebied”.
4 Dubbeldoelstelling.
Nadrukkelijk willen we hier nog een keer vermelden dat wij de beoogde natuurdoelstellingen van het Projectplan Binnenveldse Hooilanden ondersteunen. Ons inziens mag dit echter niet ten koste gaan van de huidige populaties weidevogels. Ecologen van beide provincies hebben ons in verschillende gesprekken o.a. op verzoek van gedeputeerde mevr. Maasdam gewezen op het feit dat botanische doelen en weidevogeldoelen elkaar niet hoeven uit te sluiten. Wij stellen voor meer dubbeldoel mogelijkheden op te nemen in de plannen. Het gaat dan om en het in stand houden en zo mogelijk versterken van de bestaande weidevogelpopulaties en het creëren van mogelijkheden voor nieuwe bijzondere soorten. Ons inziens zijn er op verschillende posities in het veld wel degelijk mogelijkheden voor deze dubbeldoelstellingen. We pleiten er dan ook voor om het Projectplan meer in deze richting bij te stellen.
5 Gemeenten.
Graag wijzen we nog op de rol van de 4 betrokken WERV-gemeenten. Deze ondersteunen het behoud van weidevogels in het gebied (o.a. met legselvergoedingen) in ons nieuw integraal Weidevogelbeheerplan Binnenveld.
6. Vragen bij het Projectplan Binnenveldse Hooilanden Wageningen?
1. Wij vragen u om de getalsmatige weergaven van de door ons aangegeven weidevogelpopulaties (zie bijlagen) op te nemen in uw Projectplan. Wilt u dat doen?
2. Wilt u daarbij aangeven hoe u de bescherming van deze bestaande weidevogelpopulaties ter hand neemt, met name van de Rode Lijst soorten Grutto, Tureluur en Wulp.
3. Welke concrete voorwaarden schept u zodat u deze soorten een blijvende habitat biedt?
4. In welke mate deelt u onze mening dat er op verschillende plaatsen in het plangebied dubbeldoel mogelijkheden zijn zoals hierboven verwoord? Als voorbeeld geven we aan het aanleggen van natuurvriendelijke oevers, niet alleen langs het Valleikanaal, maar ook langs de te verleggen Uilenpassloot en de Veenkampensloot. Dit in verband met overzwemmende weidevogelkuikens.
5. Kunnen de werkzaamheden in fasen worden uitgevoerd zodat vernietiging van de huidige biotoop en opties om te wennen aan nieuwe mogelijkheden geleidelijk in zijn werk gaat? Zo ja, wat is dan uw fasering? Welke gebieden eerst?
6. Vinden de overige werkzaamheden zoals de ophogingen buiten het plangebied ook plaats buiten het broedseizoen van weidevogels?
7. En tot slot: wilt u deelnemen in Werkgroep Weidevogelbeheer Binnenveld?